NJ 1995, 661
1639w-ontbinding / doorbreking appelverbod en gesteld misbruik van (proces)recht / ontvankelijk appel bij klacht over verzuim essentiële vormen; motiveringsgebrek daartoe niet voldoende
HR 23-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1773
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis, Leijten
- Zaaknummer
8629
- LJN
ZC1773
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1773, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1995
- Wetingang
BW art. 3:13; BW art. 7A:1639w; Rv (oud) art. 1
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst ex art. 7A:1639w BW. Doorbreking appelverbod en gesteld misbruik van (proces)recht. Ontvankelijkheid appel bij klacht over verzuim essentiële vormen; motiveringsgebrek daartoe niet voldoende.
Samenvatting
Vennootschap verzoekt ontbinding van arbeidsovereenkomst met statutair directeur die geschorst is in verband met een tegen hem lopend strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank heeft art. 1639w niet buiten zijn toepassingsgebied gehanteerd door het verzoek tot ontbinding toe te wijzen in weerwil van het verweer dat de werkgeefster in haar verzoek niet-ontvankelijk is omdat zij in de gegeven omstandigheden daarmee misbruik heeft gemaakt van (proces)recht.
Een klacht betreffende verzuim van essentiële vormen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.