NJ 1996, 463
Europees octrooi op werkwijze innovatief geneesmiddel / inbreukverbod in kort geding; nieuwheids- en inventiviteitsvereisten / 55 EOV; kennelijk misbruik en aanvangstijdstip termijn in gevallen van prioriteit / gerede kans op herroeping of nietigverklaring octrooi / voorgebruikersvrijstelling en onderzoeksexceptie bij klinische onderzoeken
HR 23-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1769, m.nt. D.W.F. Verkade
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Neleman, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Strikwerda
- Zaaknummer
15706
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
ZC1769
- JCDI
JCDI:ADS63107:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1769, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1995
- Wetingang
Essentie
Europees octrooi op werkwijze innovatief geneesmiddel. Inbreukverbod in kort geding; nieuwheids- en inventiviteitsvereisten. Art. 55 EOV; kennelijk misbruik en aanvangstijdstip termijn in gevallen van prioriteit. Gerede kans op herroeping of nietigverklaring octrooi. Voorgebruikersvrijstelling en onderzoeksexceptie bij klinische onderzoeken.
Samenvatting
Van een kennelijk misbruik (‘an evident abuse’) in de zin van art. 55 lid 1 aanhef en onder a EOV, is sprake ‘if it emerged clearly and unquestionably that a third party had not been authorised to communicate to other persons the information received’. Feitelijk en niet onbegrijpelijk oordeel van het hof dat een zodanig gebrek aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.