NJ 1995, 581
Antilliaanse zaak / akte van hoger beroep moet worden ingediend bij gerecht in Eerste Aanleg ter zittingsplaats waar bestreden vonnis is gewezen
HR 16-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1763
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
8578
- LJN
ZC1763
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1763, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑1995
- Wetingang
Essentie
Antilliaanse zaak. Akte van hoger beroep moet worden ingediend bij het gerecht in eerste aanleg ter zittingsplaats waar het bestreden vonnis is gewezen.
Samenvatting
Het bepaalde in art. 7 lid 4 van de Eenvormige landsverordening op de rechterlijke organisatie voor de aanwijzing van de zittingsplaats, waar een zaak aanhangig gemaakt of een verzoek ingediend moet worden, elk eilandgebied als een afzonderlijk rechtsgebied van het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen wordt beschouwd, is mede van toepassing op de verklaring dat men van het middel van hoger beroep gebruik wil maken als bedoeld in art. 270 lid 1 RvNA. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.