NJ 1995, 535
Vreemdelingenrecht / toezegging staatssecretaris; spoedeisend belang bij het in kort geding gevorderde uitzettingsverbod
HR 09-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1751
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juni 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Mok
- Zaaknummer
15746
- LJN
ZC1751
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1751, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 289; Vw art. 32 (oud)
Essentie
Vreemdelingenrecht. Toezegging staatssecretaris; spoedeisend belang bij het in kort geding gevorderde uitzettingsverbod.
Samenvatting
Gelet op de toezeggingen van de staatssecretaris van justitie aan de raadsman van de vreemdeling (zie het arrest), kan niet worden gesproken van een situatie waarin de Staat de vreemdeling zonder meer kan uitzetten. 's Hofs oordeel dat er geen onmiddellijke dreiging tot uitzetting bestaat en dat de vreemdeling derhalve geen spoedeisend belang bij zijn in kort geding gevorderde uitzettingsverbod heeft, geeft derhalve geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Aan 's hofs oordeel doet niet af dat de vreemdeling aldus in onzekerheid blijft verkeren respectievelijk wordt gebracht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.