NJ 1995, 533
Ontvankelijkheid in appel / onderscheid tussen preparatoir en interlocutoir vonnis / dictum niet beslissend
HR 02-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1737
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
15508
- LJN
ZC1737
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1737, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 46; Rv (oud) art. 336; Rv (oud) art. 337
Essentie
Ontvankelijkheid in appel. Onderscheid tussen preparatoir en interlocutoir vonnis. Dictum niet beslissend.
Samenvatting
Voor het antwoord op de vraag of een tussenvonnis preparatoir is in de zin van art. 46 derde lid is niet beslissend wat het dictum inhoudt. Zoals het hof met juistheid heeft overwogen, heeft de rechtbank in het vonnis van 27 mei 1992 haar oordeel gegeven over een groot aantal partijen verdeeld houdende punten van geschil. Deze punten hadden niet betrekking op de processuele behandeling van de zaak en de oordelen van de rechtbank dienaangaande waren van invloed op de zaak ten principale. Het hof heeft dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.