NJ 1995, 514
Procesrecht / appellabiliteit vonnis kantonrechter / waarde vordering tot verklaring voor recht in verband met schadevergoeding / geen bindende eindbeslissing hierover in tussenvonnis over ontvankelijkheid in appel
HR 12-05-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1726
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 1995
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner,
- Zaaknummer
15660
- Conclusie
A-G Vranken
- LJN
ZC1726
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1726, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1995
- Wetingang
RO art. 38; Rv (oud) art. 382
Essentie
Procesrecht. Appellabiliteit vonnis kantonrechter. Waarde van vordering tot verklaring voor recht in verband met schadevergoeding. Geen bindende eindbeslissing hierover in tussenvonnis over ontvankelijkheid in appel.
Samenvatting
Een vordering tot verklaring voor recht omtrent de onrechtmatigheid van een handeling is een vordering van onbepaalde waarde, tenzij er in het desbetreffend geding aanwijzingen zijn dat zij een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Ingeval een zodanige vordering gepaard gaat met een vordering tot vergoeding van schade, op te maken bij staat of waarvan de begroting aan de rechter wordt overgelaten, blijft zij van onbepaalde waarde. Indien echter de eisende partij aan haar vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.