NJ 1995, 513
Hinder door bijenvolken / vraag wanneer hinder onrechtmatig wordt / geen verschil tussen aansprakelijkheid gegrond op 6:162 en aansprakelijkheid gegrond op 6:179 BW
HR 28-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1717 (Bijenspat I,Sweep/Middelbare Landbouwschool en Middelbare Tuinbouwschool Breda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15672
- LJN
ZC1717
- Roepnaam
Bijenspat I
Sweep/Middelbare Landbouwschool en Middelbare Tuinbouwschool Breda
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1717, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1995
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 1404 (oud); BW art. 6:162; BW art. 6:179
Essentie
Hinder door bijenvolken. Vraag wanneer hinder onrechtmatig wordt. Geen verschil tussen aansprakelijkheid gegrond op art. 6:162 en aansprakelijkheid gegrond op art. 6:179 BW.
Samenvatting
Het hof heeft de vraag of MLTS voor de door haar bijen veroorzaakte hinder aansprakelijk moet worden geacht, terecht beoordeeld naar de maatstaf die is neergelegd in HR 3 mei 1991, NJ 1991, 476, en aan de hand waarvan kan worden vastgesteld waar hinder onrechtmatig wordt onderscheidenlijk wat men in het maatschappelijk verkeer van een ander aan hinder heeft te dulden. Daarbij maakt het geen verschil of die aansprakelijkheid wordt gegrond op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.