NJ 1997, 570
Overeenkomst van dading fysiotherapeutenmaatschap en medewerker; verschuldigdheid premies Ziektewet, WAO, WW; strijd met dwingend recht en openbare orde
HR 21-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1711, m.nt. C.J.H. Brunner (Schmitz/Caspers)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Strikwerda
- Zaaknummer
15686
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1711
- Roepnaam
Schmitz/Caspers
- JCDI
JCDI:ADS63098:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1711, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1995
- Wetingang
BW art. 7:902; BW art. 1895 (oud); ZW art. 60; WAO art. 77; WW art. 25
Samenvatting
Aan de regel die in het huidige recht is neergelegd in art. 7:902 BW, maar ook voordien reeds werd aanvaard, ligt de gedachte ten grondslag dat, ook indien de onzekerheid of het geschil is terug te voeren op onzekerheid omtrent de uitleg van een regel van dwingend recht of omtrent het resultaat waartoe een door een zodanige regel beheerste verhouding van partijen in het gegeven geval leidt (bijv. HR 5 april 1991, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.