NJ 1995, 597
Mondelinge overeenkomst van sprongcassatie ter gelegenheid van mondelinge toelichting voor de Hoge Raad / deskundigenbericht
HR 31-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1691, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 1995
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15680
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1691
- JCDI
JCDI:ADS156669:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1691, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 221; Rv (oud) art. 227; Rv (oud) art. 398
Essentie
Mondelinge overeenkomst van sprongcassatie ter gelegenheid van mondelinge toelichting voor de Hoge Raad. Deskundigenbericht. Dwangsom.
Samenvatting
Sedert de wet van 27 mei 1993, Stb. 309, die op 1 sept. 1993 in werking is getreden en hier van toepassing is, geldt voor de overeenkomst waarbij partijen afspreken het hoger beroep over te slaan niet meer de eis van geschrift. Ter gelegenheid van de mondelinge toelichting van de zaak voor de Hoge Raad heeft de advocaat van verweerster in cassatie medegedeeld dat laatstgenoemde uitdrukkelijk geen beroep doet op niet-ontvankelijkheid van eisers tot cassatie in hun cassatieberoep voor het geval zij hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.