NJ 1998, 414
Toewijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor; doorbreking appelverbod en ontvankelijkheid / strekking voorlopig getuigenverhoor; asymetrisch appelverbod 216 Rv niet in strijd met 6 EVRM en eisen behoorlijke procesorde / prejudiciële vragen aan HvJ EG over voorlopig getuigenverhoor en EEX
HR 24-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1683, m.nt. P. Vlas (Saueressig/Forbo)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 1995
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Swens-Donner
- Zaaknummer
8573
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P. Vlas
- LJN
ZC1683
- Roepnaam
Saueressig/Forbo
- JCDI
JCDI:ADS114349:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1683, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑1995
- Wetingang
Essentie
Toewijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor; doorbreking appelverbod en ontvankelijkheid. Strekking voorlopig getuigenverhoor; asymmetrisch appelverbod van art. 216 Rv is niet in strijd met art. 6 EVRM en de eisen van een behoorlijke procesorde. Prejudiciële vragen aan HvJ EG over voorlopig getuigenverhoor en EEX.
Samenvatting
Het appelverbod van het tweede lid van art. 216 Rv sluit hoger beroep niet uit voor zover in appel erover wordt geklaagd dat art. 214 Rv door de eerste rechter ten onrechte dan wel met verzuim van essentiële vormen is toegepast, of ten onrechte buiten toepassing is gelaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.