NJ 1995, 328
Alimentatie / uitvoerbaarverklaring bij voorraad; zekerheidstelling
HR 10-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1668
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1995
- Magistraten
Royer, Roelvink, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8555
- LJN
ZC1668
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1668, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1995
- Wetingang
BW art. 1:158; BW art. 1:401; Rv (oud) art. 429k; Rv (oud) art. 429n; Rv (oud) art. 828h
Essentie
Alimentatie. Uitvoerbaarverklaring bij voorraad; zekerheidstelling.
Samenvatting
Onjuist is het oordeel van het hof dat bij een op de voet van art. 828h Rv uitgesproken uitvoerbaarverklaring bij voorraad voor zekerheidstelling geen plaats is. In art. 828h Rv wordt weliswaar niet met zoveel woorden van de mogelijkheid van zekerheidstelling gewag gemaakt, maar de ontstaansgeschiedenis van art. 828h biedt geen steun voor de opvatting dat daarmee is beoogd die mogelijkheid uit te sluiten.
Partij(en)
J., te V., verzoeker tot cassatie, adv. mr. A.P. Kranenburg,
tegen
V., te V., verweerster in cassatie, adv. mr. T.H. Tanja-van den Broek.
Voorgaande uitspraak
Hof:
(…)