Inhoudsopgave
NJ 1999, 791:Verzet tegen op Duits vonnis verleend exequatur; niet rechtsgeldige vertegenwoordiging in Duitse procedure / verbod ‘révision au fond’ en weigeringsgronden ‘openbare orde’ en ‘verstek’ / prejudiciële vragen aan HvJ EG over 27 en 29 EEEX
NJ 1999, 791
Verzet tegen op Duits vonnis verleend exequatur; niet rechtsgeldige vertegenwoordiging in Duitse procedure / verbod ‘révision au fond’ en weigeringsgronden ‘openbare orde’ en ‘verstek’ / prejudiciële vragen aan HvJ EG over 27 en 29 EEEX
Documentgegevens:
HR 10-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1664
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1995
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15634
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC1664
- JCDI
JCDI:ADS156635:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1664, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1995
- Wetingang
Samenvatting
Nederlandse partij heeft op de voet van art. 36 EEX bij de rechtbank verzet gedaan tegen het door de President van de rechtbank aan de Duitse wederpartij verleende verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een tussen partijen gewezen Duits vonnis. De Nederlandse partij stelt dat hij zich niet heeft kunnen verdedigen in de hem onbekende Duitse procedure, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.