NJ 1995, 413
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad van opheffing beslag
HR 20-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1619, m.nt. H.E. Ras (Smokehouse/Culimer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15708
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1619
- Roepnaam
Smokehouse/Culimer
- JCDI
JCDI:ADS156681:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1619, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑01‑1995
- Wetingang
Rv (oud) art. 52; Rv (oud) art. 53
Essentie
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad van opheffing beslag.
Samenvatting
Het enkele feit dat, zo de rechter een beslag opheft, voor de werking van die uitspraak geen vorm van tenuitvoerlegging vereist is, brengt nog niet mee dat zich een geval als bedoeld in de aanhef van art. 52 lid 1 voordoet, waarin ‘de aard van de zaak’ uitvoerbaarheid bij voorraad uitsluit.
Het beslag blokkeert i.c. mede de afgifte van de opbrengst zodat niet kan worden gezegd dat bij de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad geen belang is.
De omstandigheden van het geval geven geen aanleiding af te wijken van de regel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.