BIE 1995, 63
HR, 13-01-1995, nr. 15447
HR 13-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1604
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 1995
- Magistraten
W. Snijders, F.H.J. Mijnssen, E. Korthals Altes, P. Neleman, W.H. Heemskerk
- Zaaknummer
15447
- LJN
ZC1604
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1604, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑1995
- Wetingang
ROW 1995 art. 30 lid 2 (oud)
Essentie
W. Dreizler/Remeha International e.a. (het Hof heeft niet miskend dat bij de uitleg van de conclusie datgene waarin naar het wezen van de zaak de geoctrooieerde uitvinding bestaat een rol speelt; een derde zal er volgens het Hof van uitgaan dat de t.o.v. de stand der techniek bijzondere wijze van uitmonden van de uitlaatgasterugvoerleiding een essentieel aspect van de uitvinding vormt, hetgeen wordt bevestigd door de verleningsgeschiedenis, waaruit blijkt dat na het nieuwheidsrapport enige specifieke beperkende kenmerken zijn opgenomen, die volgens het Hof niet mogen worden weggeïnterpreteerd; de rechtsopvatting van het Hof is niet onjuist).
Samenvatting
Art. 30, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.