NJ 1995, 391
Beschermingsomvang Europees octrooi op contactlensvloeistoffen / nadere beschouwing over rol van leer van wezen van de uitvinding / juiste midden tussen redelijke bescherming octrooihouder en redelijke rechtszekerheid voor derden / gemiddelde vakman / rol verleningsdossier / deskundigen
HR 13-01-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609, m.nt. D.W.F. Verkade (Ciba Geigy/Oté Optics)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 1995
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
15564
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
ZC1609
- Roepnaam
Ciba Geigy/Oté Optics
- JCDI
JCDI:ADS142534:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Informatierecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZC1609, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑1995
- Wetingang
Essentie
Beschermingsomvang Europees octrooi op contactlensvloeistoffen. Nadere beschouwing over de rol van de leer van het wezen van de uitvinding. Het juiste midden tussen redelijke bescherming van de octrooihouder en redelijke rechtszekerheid voor derden. Gemiddelde vakman. Rol verleningsdossier. Deskundigen.
Samenvatting
De Hoge Raad vindt in het licht van HR 27 jan. 1989, NJ 1989, 506 aanleiding tot een nadere beschouwing met betrekking tot de vraag hoe de Nederlandse rechter bij de uitleg van octrooien recht behoort te doen aan de strekking van het bepaalde in art. 30 lid 2 ROW, respectievelijk art. 69 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.