NJ 1995, 302
Wet BOPZ / machtiging tot voortgezet verblijf / procedure na cassatie (HR NJ 1994, 720) en verwijzing / termijn beslissing / ontvankelijkheid OvJ
HR 16-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1589, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1994
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8594
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC1589
- JCDI
JCDI:ADS114353:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1589, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1994
- Wetingang
BOPZ art. 17
Essentie
BOPZ. Machtiging tot voortgezet verblijf. Procedure na cassatie (HR 1 juli 1994, NJ 1994, 720) en verwijzing. Termijn beslissing. Ontvankelijkheid officier van justitie.
Samenvatting
Overschrijding van de termijn van art. 17 lid 2 levert geen grond tot vernietiging op.
De na verwijzing door de officier van justitie gedane vordering diende er slechts toe om de zaak ter verdere behandeling en beslissing bij de rechtbank te brengen. Het niet in acht nemen van de termijn van art. 17 lid 1 heeft bovendien niet tot gevolg dat de officier van justitie in zijn vordering niet-ontvankelijk is (HR 1 juli ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.