NJ 1995, 198
Appellabiliteit vonnis kantonrechter / vraag of wettelijke verhoging ex 7A:1638q BW meetelt voor het beloop van de vordering
HR 16-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1584
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Asser
- Zaaknummer
15555
- LJN
ZC1584
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1584, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1994
- Wetingang
RO art. 39; Rv (oud) art. 125d; BW art. 7A:1638q
Essentie
Appellabiliteit vonnis kantonrechter. Vraag of wettelijke verhoging ex art. 7A:1638q BW meetelt voor het beloop van de vordering.
Samenvatting
Ter bepaling van het beloop van ‘de vordering’ in de zin van art. 39 aanhef Wet RO moet de wettelijke verhoging, bedoeld in art. 1638q lid 1, voor zover ten tijde van de inleidende dagvaarding of de in art. 125d (oud) Rv daarmee gelijkgestelde kennisgeving reeds verschuldigd en opeisbaar geworden, mede in aanmerking worden genomen.1
Partij(en)
George Pisa en en Zn. Tailleurs B.V., te Eindhoven, eiseres tot cassatie, adv. mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
tegen
Patricia ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.