NJ 1995, 250
Buitengerechtelijke kosten; matiging wegens wanverhouding tot hoofdvordering
HR 09-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1578
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Bloembergen
- Zaaknummer
15583
- LJN
ZC1578
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1578, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑1994
- Wetingang
BW art. 6:96
Essentie
Buitengerechtelijke kosten; matiging wegens wanverhouding tot hoofdvordering.
Samenvatting
De oordelen van de rechtbank dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten aanzienlijk dienen te worden gematigd, omdat het bedrag daarvan excessief is in verhouding tot de hoogte van de gestelde vordering, en dat deze kosten behoorden te worden gematigd tot een bedrag gebaseerd op het door de kantonrechter te Amsterdam doorgaans gehanteerde tarief voor buitengerechtelijke kosten, geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, ook niet voor zover de rechtbank bij de beoordeling van de redelijkheid van de gemaakte kosten in aanmerking heeft genomen dat de gevorderde schadevergoeding slechts voor de helft toewijsbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.