NJ 1995, 212
BOPZ / voorlopige machtiging / opname in psychiatrisch ziekenhuis na instellen vordering / ‘nodige bereidheid’ in 2 BOPZ / geen geneeskundige verklaring geneesheer-directeur, noch horen geneesheer-directeur vereist
HR 18-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1548, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Asser
- Zaaknummer
8583
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC1548
- JCDI
JCDI:ADS63651:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1548, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑1994
- Wetingang
Essentie
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Voorlopige machtiging. Opname in psychiatrisch ziekenhuis na instellen vordering. ‘Nodige bereidheid’ in art. 2 BOPZ. Geen geneeskundige verklaring geneesheer-directeur, noch horen geneesheer-directeur vereist.
Samenvatting
Verzoekster heeft zich op 26 juli 1994 — acht dagen nadat de Officier van Justitie een voorlopige machtiging tot opname had gevorderd, en negen dagen vóórdat de rechtbank haar beschikking heeft gegeven — laten opnemen. Het oordeel van de rechtbank dat aan de vrijwilligheid van het zich doen opnemen op 26 juli 1994 twijfel bestaat in verband met de omstandigheid dat de opname eerst plaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.