NJ 1996, 579
Vreemdelingenrecht / vraag of voorgenomen uitzetting onrechtmatig is; vraag of sprake is van verkapte uitlevering; criterium
HR 18-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1543, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner, Leijten
- Zaaknummer
15519
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
ZC1543
- JCDI
JCDI:ADS63073:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1543, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑1994
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Vreemdelingenrecht. Vraag of voorgenomen uitzetting onrechtmatig is; vraag of sprake is van verkapte uitlevering; criterium.
Samenvatting
Toepassing van het in HR 13 sept. 1963, NJ 1963, 509 geformuleerde criterium vergde enkel een onderzoek naar de vraag of de voorgenomen uitzetting van R. naar juist het Verenigd Koninkrijk berustte op gronden die deze konden rechtvaardigen (waarbij buiten beschouwing mocht blijven dat deze uitzetting voor R. feitelijk hetzelfde gevolg zou hebben als uitlevering ter fine van tenuitvoerlegging van de in het Verenigd Koninkrijk opgelegde hospital orders), alsmede naar de vraag of de Staat tot dit voornemen werd bewogen door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.