NJ 1995, 261
Weigering erkenning / misbruik bevoegdheid in andere dan ‘gebruikelijke situatie’, t.w. ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing / belang van kind in verband met zelfde geslachtsnaam als andere kinderen en mogelijke voogdijwijziging
HR 28-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1510, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 oktober 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Van den Berge
- Zaaknummer
8458
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC1510
- JCDI
JCDI:ADS114356:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1510, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑10‑1994
- Wetingang
BW art. 1:224 lid 1 aanhef onder d; BW art. 3:13; EVRM art. 8
Essentie
Weigering erkenning. Misbruik van bevoegdheid in andere dan de ‘gebruikelijke situatie’, namelijk in geval van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Belang van kind in verband met zelfde geslachtsnaam als andere kinderen en mogelijke voogdijwijziging.
Samenvatting
In de ‘gebruikelijke situatie’, namelijk waarin de moeder voogdes is over het kind, daarmee in gezinsverband samenleeft en het verzorgt en opvoedt, kan ‘niet licht’ worden aangenomen dat een weigering van toestemming tot erkenning misbruik van bevoegdheid is. Daarvan is slechts sprake indien de moeder geen enkel te respecteren belang bij haar weigering heeft (HR 18 mei 1990, NJ 1991, 374).
Wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.