NJ 1995, 138
Curatele / ontvankelijkheid hoger beroep ambtshalve of op verzoek gegeven beschikking met betrekking tot ontslag curator wegens gewichtige redenen / devolutieve werking
HR 21-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:AG6942, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Nieuwenhuis, Moltmaker
- Zaaknummer
8436
- Noot
H.E. Ras
- LJN
AG6942
- JCDI
JCDI:ADS114361:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
EU-recht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AG6942, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑1994
- Wetingang
BW art. 1:385; Rv (oud) art. 429n lid 2; Rv (oud) art. 889; Rv (oud) art. 892 lid 3; EVRM art. 6; EVRM art. 8; EVRM art. 14
Essentie
Curatele. Ontvankelijkheid hoger beroep van ambtshalve of op verzoek gegeven beschikking met betrekking tot ontslag van curator wegens gewichtige redenen. Devolutieve werking.
Samenvatting
Art. 892 lid 3, tweede zin Rv, sluit hoger beroep alleen uit in geval van een verzoek tot ontslag van de curator op grond van diens onbevoegdheid.
De zuster van curanda behoort niet tot de groep van personen die een verzoek tot ontslag van de curator wegens gewichtige redenen kunnen doen, nu zij in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard in haar verzoek en zij dit in hoger beroep niet bestreden had. Derhalve behoort zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.