NJ 1995, 720
Aansprakelijkheid eigenaar wrak voor opruimingskosten / onrechtmatige daad; doorkruising Wrakkenwet; stelplicht en bewijslast noodzaak tot opruiming / ongerechtvaardigde verrijking / rechtsverwerking
HR 14-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1482, m.nt. M. Scheltema (August de Meijer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 1994
- Magistraten
Snijders, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Bloembergen
- Zaaknummer
15437
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1482
- Roepnaam
August de Meijer
- JCDI
JCDI:ADS156632:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1482, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑1994
- Wetingang
BW art. 1374 (oud); BW art. 1401 (oud); Wrakkenwet art. 10
Essentie
Aansprakelijkheid eigenaar wrak voor opruimingskosten. Onrechtmatige daad; doorkruising Wrakkenwet; stelplicht en bewijslast van noodzaak tot opruiming. Ongerechtvaardigde verrijking. Rechtsverwerking.
Samenvatting
Een vordering uit onrechtmatige daad, levert geen onaanvaardbare doorkruising van de regeling van de Wrakkenwet op, ongeacht of de schadeveroorzaker een verwijt treft ter zake van het zinken van het voorwerp (vgl. HR 26 jan. 1990, NJ 1991, 393).
Indien een voorwerp terecht is gekomen op de bodem van een vaarwater, zonder dat de eigenaar van het voorwerp daarvan een verwijt valt te maken, zal voor diens aansprakelijkheid voor de kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.