BR 1995, p. 256
HR, 07-10-1994, nr. 15414: Van Schaik/Nieuwveen
HR 07-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1473, m.nt. N.S.J. van der Koeman (Van Schaik/Nieuwveen,Zomerhuisje)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15414
- Noot
N.S.J. van der Koeman
- LJN
ZC1473
- Roepnaam
Van Schaik/Nieuwveen
Zomerhuisje
- JCDI
JCDI:ADS876647:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1473, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1994
Essentie
Van Schaik/Nieuwveen
Vordering van de gemeente in kort geding tot het staken van het permanente gebruik van een zomerhuis in strijd met het bestemmingsplan. Vraag of i.c. een civielrechtelijk belang is vereist. Doorkruisingsproblematiek:
Samenvatting
Noch voor de bevoegdheid van de burgerlijke rechter, noch voor de ontvankelijkheid van de op art. 6:162 BW gegronde vordering van de overheid strekkende tot verkrijging van een bevel, is vereist dat de overheid daaraan een ‘civielrechtelijk belang’ ten grondslag legt. Nodig is slechts dat is voldaan aan de eis van een voldoende belang, zoals deze eis tot uiting is gebracht in art. 3:303 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.