NJ 1996, 196
Verhaal saneringskosten als gevolg van storting chemisch fabrieksafval in zellingen van de Hollandsche IJssel bij Gouderak / verhaalsrecht Staat ex 21 IBS / onrechtmatige daad jegens overheid / relativiteitsvereiste / tijdstip waarop duidelijk behoorde te zijn dat verontreiniging vermogensnadeel voor overheid zou meebrengen / inzicht bij bedrijfsleiding / causaal verband; wijzigen bestemmingsplan / toerekening eigen schuld gemeente aan Staat.
HR 30-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, m.nt. C.J.H. Brunner (Staat/Shell,Gouderak: Shell)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
15308
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1460
- Roepnaam
Staat/Shell
Gouderak: Shell
- JCDI
JCDI:ADS113637:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑1994
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 6:98; BW art. 6:101; BW art. 6:162; IBS art. 21; WBB art. 47; Wijzigingswet WBB art. VI
Essentie
Milieurecht. Bodemverontreiniging; (doen) storten of ten vervoer afgeven chemisch afval. Verhaalsrecht Staat ex art. 21 IBS. Onrechtmatige daad jegens de overheid. Relativiteitsvereiste. Tijdstip waarop duidelijk behoorde te zijn dat verontreiniging vermogensnadeel voor de overheid zou meebrengen. Inzicht bij bedrijfsleiding; subjectivering naar boven. Causaal verband; wijzigen bestemmingsplan. Toerekening eigen schuld gemeente aan Staat.
Samenvatting
Verhaal van saneringskosten als gevolg van storting chemisch fabrieksafval in zellingen van de Hollandsche IJssel bij Gouderak.
Er bestaat geen aanleiding om ten aanzien van veroorzaken van bodemvervuiling door het (doen) storten of ten vervoer geven van afvalstoffen, bij de beantwoording van de vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.