NJ 1995, 8
Wettelijke rente / verzuim schuldenaar / opschorting en schuldeisersverzuim
HR 16-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1444
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Strikwerda
- Zaaknummer
15406
- LJN
ZC1444
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1444, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑1994
- Wetingang
BW art. 6:54; BW art. 6:119; BW art. 1286 (oud)
Essentie
Wettelijke rente. Verzuim van de schuldenaar. Opschorting en schuldeisersverzuim.
Samenvatting
De vader was niet alleen reeds in verzuim met de nakoming van zijn verplichting tot tijdige medewerking aan een notariële akte van toescheiding, maar evenzeer met de nakoming van zijn — in feite de hoofdverbintenis van de vader uitmakende — verplichting tot betaling van de overnamesom.
De vader kan deze betaling ook niet, wegens de samenhang met de toescheiding, tot die toescheiding opschorten. Dit laatste strookt ook met het huidige art. 6:54 BW, nu de vader, doordat hij de verplichting tot medewerking aan de toescheiding niet nakwam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.