RvdW 1994, 171
HR, 09-09-1994, nr. 15431: Clark/Rentokil
HR 09-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1438 (Clark/Rentokil)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15431
- LJN
ZC1438
- Roepnaam
Clark/Rentokil
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1438, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑1994
- Wetingang
Rv art. 177
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Bewijslast ter zake van instemming werknemer met loonsverlaging.
Samenvatting
Wanneer een werkgever tegen een loonvordering van een werknemer het verweer voert dat het oorspronkelijk overeengekomen loon in een later stadium met toestemming van de werknemer is verlaagd, en de werknemer die toestemming gemotiveerd betwist, rust de bewijslast op de werkgever. Dit geldt ook in een geval als het onderhavige, waarin de werknemer weliswaar stelt met de verlaging te hebben ingestemd, doch aan die stelling de toevoeging verbindt dat hij slechts met een tijdelijke verlaging heeft ingestemd. Op de werkgever rust dan de bewijslast ten aanzien van zijn stelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.