NJ 1994, 723
BOPZ / voorlopige machtiging na inbewaringstelling / geneeskundige verklaring, niet door geneesheer-directeur zelf opgesteld; ondertekening door geneesheer-directeur / horen geneesheer-directeur
HR 01-07-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1425, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8507
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC1425
- JCDI
JCDI:ADS161137:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1425, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1994
- Wetingang
Essentie
Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen. Voorlopige machtiging na inbewaringstelling. Geneeskundige verklaring, niet door geneesheer-directeur zelf opgesteld; ondertekening door geneesheer-directeur. Horen geneesheer-directeur.
Samenvatting
De verklaring bedoeld in art. 16 lid 1 BOPZ behoeft niet door de geneesheer-directeur zelf te zijn opgesteld, maar mag door een aan het psychiatrisch ziekenhuis verbonden arts worden opgesteld. De verklaring moet wel door de geneesheer-directeur zelf zijn ondertekend.
Blijkens art. 8 lid 4, aanhef en onder g doet de rechter zich, zo mogelijk, voorlichten door degene die de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.