NJ 1994, 719
BOPZ / voorlopige machtiging als vervolg op inbewaringstelling / geneeskundige verklaring / medeondertekening voor gezien en akkoord door geneesheer-directeur
HR 01-07-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1421
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1994
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8498
- LJN
ZC1421
- JCDI
JCDI:ADS114339:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1421, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1994
- Wetingang
Essentie
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen. Voorlopige machtiging als vervolg op inbewaringstelling. Geneeskundige verklaring. Medeondertekening voor gezien en akkoord door geneesheer-directeur.
Samenvatting
Ingevolge art. 31 lid 1, waarin art. 16 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, moest een verklaring van de geneesheer-directeur van het ziekenhuis waarin betrokkene was opgenomen, worden overgelegd.
Niet van een onjuiste rechtsopvatting geeft blijk het oordeel dat de door de geneesheer-directeur voor ‘gezien en akkoord’ mede ondertekende verklaring een verklaring is van de geneesheer-directeur in de zin van art. 16.
Partij(en)
W., te N., verzoeker tot cassatie, adv.mr. M.C. Buys-Zuurmond.
Voorgaande uitspraak
W., te N., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.