NJ 1994, 715
BOPZ / machtiging tot voortgezet verblijf / vordering te vroeg ingesteld; ontvankelijkheid / geneeskundige verklaring; ondertekening door geneesheer-directeur
HR 01-07-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1417
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Asser
- Zaaknummer
8489
- LJN
ZC1417
- JCDI
JCDI:ADS114309:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1417, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1994
- Wetingang
Essentie
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen. Machtiging tot voortgezet verblijf. Vordering te vroeg ingesteld; ontvankelijkheid. Geneeskundige verklaring; ondertekening door geneesheer-directeur.
Samenvatting
Het niet in acht nemen van de termijn voor het instellen van een vordering tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf heeft niet tot gevolg dat de officier niet in zijn vordering ontvankelijk is.
Aan de verklaring bedoeld in art. 16 lid 1 moet de eis worden gesteld dat deze door de geneesheer-directeur zelf wordt ondertekend ten blijke van zijn instemming met en verantwoordelijkheid voor de inhoud van de verklaring. Met ondertekening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.