NJ 1995, 284
Indiening verzoekschrift ter griffie door verzending per post / dag van indiening bij adressering aan door gerecht aangehouden postbus
HR 10-06-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1392, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15368
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC1392
- JCDI
JCDI:ADS63064:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1392, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑1994
- Wetingang
Rv (oud) art. 125b; BW art. 3:37 lid 3
Essentie
Indiening verzoekschrift ter griffie door middel van verzending per post. Dag van indiening bij adressering aan een door een gerecht aangehouden postbus.
Samenvatting
Uit de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorkomende terminologie ‘indiening ter griffie’ mag niet worden afgeleid dat feitelijke aflevering van een verzoekschrift aan het daarvoor bestemde loket van de civiele griffie de enige manier zou zijn waarop de rechtzoekende zijn verzoekschrift aan het bevoegde gerecht kan doen toekomen. Naar hedendaagse opvattingen kan verzending per post of per fax daartoe even goed dienen als feitelijke aflevering aan het daartoe bestemde loket en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.