NJ 1995, 342
Antilliaanse faillissementszaak / verzoek tot intrekking machtiging aan curator tot onderhandse verkoop / verbod tot onderhandse verkoop / feitelijk novum in cassatie
HR 03-06-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1388, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
8454
- Conclusie
P‑G Ten Kate
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC1388
- JCDI
JCDI:ADS114303:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1388, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑1994
- Wetingang
Fb (Ned. Antillen) art. 54 lid 1; Fb (Ned. Antillen) art. 65; Fb (Ned. Antillen) art. 169 lid 4; Fw art. 69; Fw art. 176 lid 1
Essentie
Vervolg Antilliaanse faillissementszaken. Verzoek tot intrekking van machtiging aan curator tot onderhandse verkoop. Verbod tot onderhandse verkoop. Feitelijk novum in cassatie.
Samenvatting
Het cassatiemiddel steunt op een andere grondslag dan het verzoek in eerste aanleg en berust derhalve op nieuwe feitelijke stellingen welke in cassatie niet kunnen worden onderzocht.
Partij(en)
De openbare rechtspersoon De Nederlandse Antillen, te Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen, verzoeker tot cassatie, adv. mr. J.L. de Wijkerslooth,
tegen
Mr. J. Komdeur, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van R. Parker Bonaire N.V., op Curaçao, Nederlandse Antillen, verweerder in cassatie, niet verschenen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.