NJ 1994, 609
Verhaal ABW / overschrijding beroepstermijn in verband met verblijf in het buitenland; omstandigheden voor rekening van de betrokkene
HR 27-05-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1380, m.nt. M. Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8402
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1380
- JCDI
JCDI:ADS157422:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1380, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑1994
- Wetingang
Essentie
Verhaal ABW. Overschrijding beroepstermijn in verband met verblijf in het buitenland; omstandigheden voor rekening van de betrokkene.
Samenvatting
Niet onbegrijpelijk oordeel van de Rechtbank dat de omstandigheden die de betrokkene verhinderen Turkije te verlaten, voor zijn rekening kwamen. De betrokkene heeft zich niet beroepen op andere omstandigheden die de conclusie kunnen dragen dat hij — in de bewoordingen van het in deze procedure voor overeenkomstige toepassing in aanmerking komende art. 6:11 Awb — redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden in verzuim te zijn geweest.
Het beroep op art. 6 EVRM faalt reeds omdat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.