NJ 1994, 497
Kennelijke verschrijving; verbetering rechterlijke uitspraak / ontbinding arbeidsovereenkomst ex 7A:1639w BW; kantonrecher kent bij vergissing vergoeding toe aan werkgever / ontvankelijkheid in hoger beroep
HR 29-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1363 (Bodair/Meijboom)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1994
- Magistraten
Royer, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
8415
- LJN
ZC1363
- Roepnaam
Bodair/Meijboom
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1363, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1994
- Wetingang
BW art. 7A:1639w; Rv (oud) art. 59; Rv (oud) art. 382
Essentie
Kennelijke verschrijving; verbetering van rechterlijke uitspraak. Ontbinding arbeidsovereenkomst ex art. 7A:1639w BW; kantonrechter kent bij vergissing vergoeding toe aan de werkgever in plaats van aan de werknemer. Ontvankelijkheid in hoger beroep.
Samenvatting
Gezien de eisen van proceseconomie en van een goede procesorde dient de vraag hoe een rechterlijke uitspraak kan worden verbeterd, voor zover daarin een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare verschrijving als de onderhavige voorkomt aldus te worden beantwoord dat voor het bewerkstelligen van zulk een verbetering niet noodzakelijkerwijs de aanwending geboden is van een rechtsmiddel, zo dit al tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.