NJ 1995, 561
Huwelijksvermogensrecht / afrekening na einde huwelijk van kosten van huishouding als bedoeld in 1:84 BW / rechtsverwerking; beperking werking redelijkheid en billijkheid
HR 29-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1362, m.nt. W.M. Kleijn (Doktersvrouw)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
15476
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC1362
- Roepnaam
Doktersvrouw
- JCDI
JCDI:ADS63079:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1362, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1994
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Afrekening na einde huwelijk van kosten van huishouding als bedoeld in art. 1:84 BW. Rechtsverwerking; beperking werking van de redelijkheid en billijkheid.
Samenvatting
In een geval waarin de kosten van de huishouding ten laste zijn gekomen van het inkomen van een echtgenoot die niet in die kosten behoefde bij te dragen, of in een geval waarin die kosten voor een groter bedrag ten laste van het inkomen van een echtgenoot zijn gekomen dan waartoe hij in die kosten moet bijdragen, bestaat aanleiding tot vergoeding door de andere echtgenoot. Het ligt voor de hand aan te nemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.