NJ 1997, 396
Onrechtmatige daad overheid / vernietiging bouwvergunning / ‘eigen schuld’ vergunninghouder die reeds met bouwen begint, vóórdat definitief is komen vast te staan dat vergunning niet meer kan worden vernietigd
HR 29-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1358, m.nt. M. van der Scheltema (Bouwvergunning Schuttersduin,GE/’s-Gravenhage)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner
- Zaaknummer
15312
- Conclusie
A-G Koopmans
- Noot
M. van der Scheltema
- LJN
ZC1358
- Roepnaam
Bouwvergunning Schuttersduin
GE/’s-Gravenhage
- JCDI
JCDI:ADS48728:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1358, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1994
- Wetingang
BW art. 6:101; BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige daad overheid. Vernietiging bouwvergunning. ‘Eigen schuld’ vergunninghouder die reeds met bouwen begint, vóórdat definitief is komen vast te staan dat de vergunning niet meer kan worden vernietigd.
Samenvatting
De houder van een bouwvergunning die — zoals eiseres tot cassatie — reeds met bouwen begint, vóórdat definitief is komen vast te staan dat de vergunning niet meer kan worden vernietigd op grondslag van een door een belanghebbende krachtens de wet tegen de verlening van die vergunning ingesteld bezwaar of beroep, handelt op eigen risico en kan niet naderhand de gemeente waarvan B en W de vergunning afgaven, aanspreken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.