NJ 1994, 628
Scheiding en deling vermogen ontbonden v.o.f. / rente over kapitaalinbreng / aanvullende werking redelijkheid en billijkheid / motiveringseisen
HR 15-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1340
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 april 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15346
- LJN
ZC1340
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1340, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑04‑1994
- Wetingang
BW art. 3:166; BW art. 6:2; BW art. 1375 (oud); K art. 32
Essentie
Scheiding en deling vermogen ontbonden v.o.f. Rente over kapitaalinbreng. Aanvullende werking redelijkheid en billijkheid. Motiveringseisen.
Samenvatting
Het oordeel van het hof dat in de omstandigheden van dit geval de eisen van redelijkheid en billijkheid, overeenkomstig welke partijen zich jegens elkaar hebben te gedragen, meebrengen dat bij deze scheiding en deling van het vennootschappelijk vermogen een renteverrekening over ieders kapitaalinbreng dient plaats te vinden, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Weliswaar moet ervan worden uitgegaan dat in het algemeen geen rente over ter beschikking staande bedragen verschuldigd is, tenzij dit is bedongen of voortvloeit uit de wet, doch, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.