NJ 1994, 607
Incasso verzekeringsuitkering / faillissement / beroep op verrekening / einde last of volmacht tot inning
HR 15-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1335, m.nt. P. van Schilfgaarde
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 april 1994
- Magistraten
Snijders, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Strikwerda
- Zaaknummer
15296
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
ZC1335
- JCDI
JCDI:ADS113651:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1335, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑04‑1994
- Wetingang
Fw art. 53; BW art. 3:72; BW art. 7:422
Essentie
Incasso verzekeringsuitkering. Faillissement. Beroep op verrekening. Einde van last of volmacht tot inning.
Samenvatting
De bank (Afdeling Assurantiebezorging) was krachtens tussen de hem en de vennootschap bestaande rechtsverhouding bevoegd tot inning van hetgeen assuradeuren aan de vennootschap verschuldigd zouden worden.
De desbetreffende inning heeft evenwel na de faillietverklaring van de vennootschap plaatsgevonden. In een zodanig geval ligt de rechtstreekse oorzaak van de daaruit voortvloeiende schuld van de bank aan de vennootschap in ná de faillietverklaring verrichte rechtshandelingen van derden, te weten de betalingen door assuradeuren, welke betalingen zelf geen verband hielden met de voormelde, door de bank ingeroepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.