NJ 1994, 550
Verzekeringsrecht / verkeerde opgave / bewijs en tegenbewijs / deskundigenbericht
HR 08-04-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AC0329
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15304
- LJN
AC0329
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AC0329, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AC0329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑1994
- Wetingang
K art. 251; Rv (oud) art. 177; Rv (oud) art. 178; Rv (oud) art. 221
Essentie
Verzekeringsrecht. Verkeerde opgave (art. 251 K). Bewijs en tegenbewijs. Deskundigenbericht.
Samenvatting
Niet kan worden aanvaard de opvatting dat in gevallen waarin een verkeerde opgave is gedaan, een beroep op art. 251 slechts kan slagen indien de verzekerde opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
Het hof heeft geoordeeld dat de verzekeraar door middel van de door haar overgelegde geschriften het door haar te leveren bewijs van de verkeerde opgave heeft geleverd en vervolgens de verzekerde toegelaten tot het door hem voor dat geval aangeboden bewijs. Het heeft dus niet de bewijslast op de verzekerde gelegd, maar hem tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.