NJ 1994, 390
Instemming met ontslag / bewijslast / onderzoeksplicht werkgever
HR 25-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1310 (Ritico)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1994
- Magistraten
Snijders, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
15285
- LJN
ZC1310
- Roepnaam
Ritico
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1310, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1994
- Wetingang
BW art. 7A:1639o; Rv (oud) art. 177
Essentie
Instemming met ontslag. Bewijslast. Onderzoeksplicht werkgever.
Samenvatting
De instemming van de werknemer met een hem verleend ontslag vereist een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring. Van onjuiste rechtsopvatting blijk gevend of onbegrijpelijk oordeel dat voorshands — behoudens tegenbewijs — bewezen kan worden geacht dat de werkneemster zo'n verklaring heeft afgelegd. Uit het ondertekenen ‘voor ontvangst’ van de onderhavige ontslagbrief kan niet worden afgeleid dat de werkneemster zich met de inhoud van de brief heeft verenigd, zodat ook aan de tekst van de brief geen betekenis kan worden toegekend voor het bewijs dat Ritico in het ontslag bewilligde.
Na verwijzing kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.