NJ 1994, 743
Vreemdelingenrecht / vrij verkeer werknemers binnen EG / onvoldoende nauwe aanknoping met Nederland voor verblijfsvergunning
HR 18-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1297, m.nt. A.H.J. Swart, K.J.M. Mortelmans
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 1994
- Magistraten
Martens, Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Swens-Donner, Mok
- Zaaknummer
15115
- Noot
A.H.J. Swart, K.J.M. Mortelmans
- LJN
ZC1297
- JCDI
JCDI:ADS63023:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vreemdelingenrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1297, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑1994
- Wetingang
EG-Verdrag art. 48; EG-Verord. nr. 1612/68; EG-Richtlijn nr. 68/360; EG-Richtlijn nr. 90/364; Vreemdelingenbesl. art. 91a
Essentie
Vreemdelingenrecht. Vrij verkeer van werknemers binnen de EG. Onvoldoende nauwe aanknoping met Nederland voor verblijfsvergunning.
Samenvatting
De arbeidsovereenkomst tussen betrokkene en zijn Britse werkgever, ingevolge welke betrokkene werkzaam is als zeeman aan boord van onder Britse vlag varende schepen, moet juridisch worden gelocaliseerd op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk. Daaraan doet niet af dat hij door zijn werkgever in Nederland is aangeworven en dat zijn werkzaamheden redelijkerwijs vanuit Nederland op het grondgebied van een andere Lidstaat kunnen worden verricht, nu deze omstandigheden niet een voldoende nauwe aanknoping met het grondgebied van Nederland opleveren. Nu betrokkene niet is toegetreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.