NJ 1996, 362
Milieuvervuiling / uitlegging van in kort geding gegeven bevel tot naleving van lozingsvergunning / cassatie; feitelijke grondslag middel
HR 25-02-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1284 (Sopar)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 februari 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Swens-Donner, Koopmans
- Zaaknummer
15251
- LJN
ZC1284
- Roepnaam
Sopar
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1284, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑02‑1994
- Wetingang
BW art. 3:296; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 407
Essentie
Milieuvervuiling. Uitlegging van in kort geding gegeven bevel tot naleving van lozingsvergunning. Cassatie; feitelijke grondslag middel.
Samenvatting
Hoewel de door het hof uitgesproken veroordeling zeer ruim is geformuleerd is de veronderstelling dat de veroordeling betreft de naleving van alle vergunningsvoorwaarden en niet slechts van die welke de onderhavige lozing betreffen, onjuist. De door het hof in het dictum uitgesproken veroordeling moet worden gelezen in verband met de daaraan voorafgaande rechtsoverwegingen die uitsluitend betrekking hebben op de vergunningsvoorwaarden die op die lozing betrekking hebben. Middel mist dus feitelijke grondslag.
Partij(en)
De vennootschap naar Belgisch recht S.A. Rütgers Vft. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.