NJ 1994, 605
Cassatie / ontvankelijkheid
HR 18-02-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1282, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 1994
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
8395
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1282
- JCDI
JCDI:ADS125141:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1282, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1994
- Wetingang
Rv (oud) art. 426a
Essentie
Cassatie. Ontvankelijkheid.
Samenvatting
Niet-ontvankelijkheid als gevolg van intrekking cassatierekest, want de middelen kunnen niet meer worden onderzocht.
Partij(en)
Rudolf Adrianus Marinus Essenberg, te Spakenburg, verzoeker tot cassatie, adv. mr. K.G.W. van Oven,
tegen
Stalko Vastgoed B.V., te Soest, verweerster in cassatie, adv. mr. J. Groen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Met een op 25 juni 1992 gedateerd verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie — verder te noemen: Essenberg zich in een procedure tegen verweerster in cassatie — verder te noemen: Stalko — gewend tot de Kantonrechter te Amersfoort met verzoek:
primair: Essenberg in zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.