NJ 1994, 604
Vermindering van eis tot nihil door intrekking vordering / geen afstand van instantie / afstand van vorderingsrecht niet onderzocht
HR 18-02-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1278, m.nt. H.E. Ras
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 1994
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Vranken
- Zaaknummer
8310
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1278
- JCDI
JCDI:ADS157450:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1278, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1994
- Wetingang
Essentie
Vermindering van eis tot nihil door intrekking vordering. Geen afstand van instantie. Afstand van vorderingsrecht niet onderzocht.
Samenvatting
Geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat de onderhavige intrekking van alle vorderingen ertoe strekte de vordering te verminderen in de zin van art. 109 RvNA, en wel tot nihil.
Een gebruik van het recht tot vermindering van de eis mist het karakter van afstand doen van instantie. (HR 3 dec. 1915, NJ 1916, 131)
Het stond het Hof vrij om te oordelen dat, nu als gevolg van de vermindering van eis de vorderingen van de oorspronkelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.