NJ 1994, 754
Antillenzaak / faillissement / niet-ontvankelijkheid verzoek crediteuren ex 65 Fbsl 1931 (69 Fw) / dit kan niet dienen tot geldend maken van hun persoonlijke rechten tegenover de boedel
HR 18-02-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1276, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 1994
- Magistraten
Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Nieuwenhuis, Koopmans
- Zaaknummer
8304
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC1276
- JCDI
JCDI:ADS114294:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1276, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑1994
- Wetingang
Essentie
Antillenzaak. Faillissement. Niet-ontvankelijkheid van verzoek van crediteuren ex art. 65 Fbsl 1931 (art. 69 Fw). Dit kan niet dienen tot geldend maken van hun persoonlijke rechten tegenover de boedel.
Samenvatting
Het voorschrift van art. 65 Faillissementsbesluit 1931 van de Nederlandse Antillen (welk artikel overeenkomt met art. 69 Fw) is in beginsel slechts gegeven om de daarin genoemden invloed toe te kennen op het beheer over de failliete boedel en om, zo zij menen dat bij dat beheer fouten worden gemaakt, deze te doen herstellen of voorkomen, maar niet om hen in de gelegenheid te stellen op deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.