Einde inhoudsopgave
RvdW 1994, 39
HR, 28-01-1994, nr. 15224: Bronkhorst/Van Eijk
HR 28-01-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1245 (Bronkhorst/Van Eijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Swens-Donner
- Zaaknummer
15224
- LJN
ZC1245
- Roepnaam
Bronkhorst/Van Eijk
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1245, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑1994
- Wetingang
BW art. 7A:1623a; BW art. 7A:1623k
Essentie
Huur van woonruimte. Voortzetting onderhuur bij beëindiging hoofdhuur. ‘Zelfstandige woning’ in art. 7A:1623a lid 3.
Samenvatting
De omschrijving van het begrip ‘zelfstandige woning’ in art. 1623a lid 3 bevat een tweeledige maatstaf. Het moet gaan om een woning ‘welke een eigen toegang heeft’ en ‘welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning’, in dier voege dat de woning aan beide criteria moet voldoen om een zelfstandige woning in de zin van deze wetsbepaling te zijn.
Partij(en)
- 1.
Jeroen Bronkhorst, en
- 2.
Anna Henriëtte Hubertina Bastiaans, te 's‑Gravenhage, eisers tot cassatie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.