NJ 1994, 333
Alimentatie / samenleven met ander als waren zij gehuwd / bewijsaanbod gepasseerd; mag ook in deze rekestprocedure niet op grond van prognose
HR 14-01-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1235
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 1994
- Magistraten
Snijders, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Swens-Donner, Hartkamp
- Zaaknummer
8366
- LJN
ZC1235
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1235, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑01‑1994
ECLI:NL:PHR:1993:27, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1993
- Wetingang
BW art. 1:160; Rv (oud) art. 182; Rv (oud) art. 192; Rv (oud) art. 429j
Essentie
Alimentatie. Samenleven met een ander als waren zij gehuwd. Bewijsaanbod gepasseerd; mag ook in deze rekestprocedure niet op grond van prognose.
Samenvatting
Voor de vaststelling dat een gescheiden echtgenoot samenleeft met een ander als waren zij gehuwd, zoals bedoeld in art. 1:160 BW, is vereist dat de samenwonenden elkaar wederzijds verzorgen, waarvan slechts sprake kan zijn, indien de samenwonenden in feite elk hetzij bijdragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding, dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien (HR 22 febr. 1985, NJ 1986, 82). In dit geval is aan dat vereiste niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.