M en R 1994, 85
HR, 11-01-1994, nr. 95716E
HR 11-01-1994, 95716E, m.nt. L.E.M. Hendriks
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 januari 1994
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- Zaaknummer
95716E
- Noot
L.E.M. Hendriks
- JCDI
JCDI:ADS247642:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Milieurecht (V)
- Wetingang
WVOW art. 1
Essentie
1. Het oordeel dat in beginsel van de rechtmatigheid van de vergunning dient te worden uitgegaan, nu deze kennelijk niet is bestreden in de daartoe openstaande rechtsgang, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
2. Nu verdachte kennelijk niet is opgekomen tegen de totstandkoming en inhoud van de vergunning, kan het op de onmogelijkheid van de naleving der vergunningvoorschriften gerichte betoog van de verdachte niet worden aanvaard.
Uitspraak
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 2 juli 1991 — de verdachte ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.