NJ 1997, 183
Feitelijke handelen met onomkeerbare gevolgen (bestuursdwang) na aankondiging kort geding / onrechtmatigheid; plicht zich van handelen te onthouden / kans van slagen kort geding
HR 07-01-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1223, m.nt. M. Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 januari 1994
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis
- Zaaknummer
15208
- Conclusie
A-G Koopmans
- Noot
M. Scheltema
- LJN
ZC1223
- JCDI
JCDI:ADS142504:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1223, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑01‑1994
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297; Wederopbouwwet art. 20; Wederopbouwwet art. 21
Essentie
Feitelijk handelen met onomkeerbare gevolgen (bestuursdwang) na aankondiging kort geding. Onrechtmatigheid; plicht zich van handelen te onthouden. Kans van slagen kort geding.
Samenvatting
Om eigenrichting tegen te gaan dient te worden bevorderd dat, indien op goede gronden gerede twijfel bestaat ten aanzien van de rechtmatigheid van voorgenomen handelen, degene die van dat handelen schade zal lijden, een effectieve mogelijkheid ter beschikking staat om ter zake bij de bevoegde rechter een spoedvoorziening uit te lokken. Daarbij kan echter niet worden geabstraheerd van de onrechtmatigheidsvraag en daarmede van de hoegrootheid van de kans dat de spoedvoorziening tot een verbod zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.