NJ 1994, 194
Procesrecht / overleggen (bewijs)stukken contradictoire karakter van geding; toepassing 147 Rv
HR 24-12-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1199 (S./S.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 december 1993
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Nieuwenhuis, Asser
- Zaaknummer
15179
- LJN
ZC1199
- Roepnaam
S./S.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1199, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑12‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 45; Rv (oud) art. 147
Essentie
Procesrecht. Het overleggen van (bewijs)stukken en het contradictoire karakter van het geding; toepassing van art. 147 Rv.
Samenvatting
Uit het bepaalde bij het tweede lid van art. 45 Rv volgt, dat de rechter uitspraak zal hebben te doen aan de hand van de hem overgegeven stukken van het geding (HR 12 febr. 1988, NJ 1988, 874), terwijl art. 147 de rechter weliswaar veroorlooft daartoe behorende stukken ‘terzijde te leggen’ indien ten aanzien daarvan ‘aan enig voorschrift van dit artikel niet is voldaan’, maar in beginsel slechts wanneer de wederpartij van degene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.